In de voorgaande artikels hebben we het gehad over het tarief en de mogelijkheden tot differentiatie in de prijs. In dit artikel gaan we het hebben over het verschil in de tarieven bij een willekeurige verzekeraar en het verschil tussen verzekeraars.
Dit artikel is onderdeel van een reeks over de tarieven in de fysiotherapie. Lees ook het eerste deel en het tweede deel.
Tarieven volgens verzekeraars
De rol die de verzekeraars hebben gekregen van het ministerie van volksgezondheid is veranderd in de laatste jaren. Tegenwoordig hebben zij de taak van inkoper van goede zorg, waarbij zij letten op kwaliteit en betaalbaarheid. Dit is op zich een schone taak en indien goed vervult iets waar iedereen baat bij heeft.
Het enige nadeel is dat de verzekeraar dermate veel kosten moet gaan maken om elke losse fysiotherapie praktijk individueel te gaan beoordelen dat dit niet haalbaar is. De enige manier die overblijft is “standardized testing”. Verzin een maatstaf waar iedere praktijk aan moet voldoen en beoordeel ze vervolgens alleen daar nog op.
Nadelen “standardized testing”
Het grote nadeel hiervan is dat er dus maar op een beperkt aantal punten beoordeeld kan worden. Vandaar ook dat veel praktijkhouders en therapeuten zich ondergewaardeerd voelen omdat hun unieke kwaliteiten niet gewaardeerd worden.
Een ander nadeel is dat het heel makkelijk is om je te focussen op de testvragen en al het andere te laten varen. Zie het voorbeeld van de CITO testen waarbij leerlingen uitgebreid oefenen op deze testen, terwijl deze tijd ook aan normale lessen besteed had kunnen worden.
Een derde nadeel wordt zichtbaar als we de eisen van de verschillende verzekeraars naast elkaar gaan leggen. Het is nog net niet zo dat de eisen tegenstrijdig aan elkaar zijn, maar ze liggen we erg ver uit elkaar.
Audit
Gelukkig zijn er verzekeraars die ook op andere wijzen meten. Bijvoorbeeld met een audit, waarbij er een aantal casussen gepresenteerd moeten worden en mogelijk zelfs een examen afgelegd moet worden. Het is vanzelfsprekend dat dit extra kosten oplevert. En het is ook best redelijk dat degene die hieraan verdient, de fysiotherapeut die een hoger tarief mag rekenen, dit bekostigt.
De vraag is alleen of de kosten en baten wel tegen elkaar opwegen. Als een audit 600 euro kost exclusief de loonkosten van de fysiotherapeuten die hier hun tijd insteken en het levert 3 euro extra per behandeling op. Dan moet de een praktijk minimaal 200 zittingen declareren bij die verzekeraar om alleen al de kosten eruit te halen. En dan levert het dus nog helemaal geen winst op!
Investeren
We kunnen dus concluderen dat het een aardige investering vraagt om een hoger tarief vergoed te krijgen. Maar een investering moet ook rendement opleveren. De eerste vraag bij een bank als je geld leent voor een investering is: “Hoe gaat u ons dit terugbetalen?”
Grote sprongen in de vooruitgang van de gezondheidszorg vragen soms ook grote investeringen. Dan wil je wel zeker weten dat deze zich terugbetalen. Hiervoor moet je de zekerheid hebben dat er per zitting meer vergoed wordt en dat dit de komende jaren ook zo blijft! Want dat is nog een ander punt. De verzekeraars kunnen elk jaar weer compleet andere eisen stellen, wat er toe kan leiden dat een praktijk per jaar een zeer verschillend tarief mag rekenen.
Conclusie
In Nederland wordt het tarief voor fysiotherapie voor een groot deel bepaald door de verzekeraars. Direct middels contracten en indirect door maar een maximaal bedrag per zitting te vergoeden. Met de juiste inspanning is het mogelijk iets meer vergoed te krijgen, maar dit staat niet altijd in verhouding tot de investering en biedt geen enkele zekerheid voor de toekomst.
Volgende keer: de oplossing!
Dit artikel is er één uit een reeks van 4. Lees ook deel 1, deel 2 en deel 4.